Klantenkaarten, een dure manier van lenen

Over het algemeen kunnen Nederlanders financiële tegenvallers slecht opvangen. Dat hun klantenkaarten van het warenhuis ze meer geld kost dan ze denken, helpt ook niet echt mee.

Er zijn tegenwoordig steeds meer winkels en bedrijven die klantenkaarten of winkelpasjes uitgeven. Dit soort kaarten/pasjes zijn vergelijkbaar met een creditcard. Voorbeelden van klantenkaarten zijn de Bijenkorfpas, Ikea klantenkaart, PrimeLine of Comfort Card. Met sommige klantenkaarten koop je een bepaald product, waarvan je pas later de rekening opgestuurd krijgt. Het is meestal ook mogelijk om de rekening in termijnen te betalen.

Nederlanders zijn gek op klantenkaarten. Ze kunnen ermee sparen (‘typisch Nederlands’) bij grote winkelketens, die hun ‘vaste’ klanten vaak aardige kortingen geven. De klantenkaart biedt de houders ook vaak de gelegenheid te kopen op krediet, en dan blijken Nederlanders opeens heel wat minder zuinig. Slechts 30 procent van de mensen die beschikken over een dergelijke klantenkaart weten dat ze rente betalen over aankopen met de kaart. Maar hoe hoog die rente is, weet maar de helft van hen. Het rentepercentage, met gemiddeld 13 procent vrij fors, wordt steevast te laag ingeschat.

Een en ander blijkt uit een onderzoek Wijzer in Geldzaken, het financiële voorlichtingsplatform van onder meer het ministerie van Financiën. “Kopen met een klantenkaart is een hele dure manier van lenen”, zegt woordvoerder Henriëtte Raap. Winkelketens die klantenkaarten uitgeven, zouden wat haar betreft duidelijker moeten zijn over de rente die ze rekenen.

Uit het onderzoek van Wijzer in Geldzaken blijkt verder dat de financiële situatie bij een vijfde van de Nederlanders ongezond is. Ze komen moeilijk rond, betalen rekeningen te laat of gaan gebukt onder problematische schulden. Het vermogen om financiële tegenvallers op te vangen is gedaald, zo blijkt. Ruim 18 procent van de Nederlanders kan een inkomensterugval van 25 procent maximaal een maand opvangen. Het jaar ervoor lag dat percentage nog op 15 procent. Maar ook zij die geen problemen hebben, overschatten vaak hun eigen financiële situatie.